Op 19 juni werd het officiële startschot gegeven van de werken aan de Koning Boudewijnlaan in Hasselt. Deze werken kaderen in de aanleg van een vrije bedding op het trambustracé tussen Hasselt en Maasmechelen, de Spartacuslijn 2. Open Vld Hasselt-voorzitter Ken Wetzeels en Hasselts schepen voor Openbare Werken, Laurence Libert pleiten in onderstaand opiniestuk voor de volgende stap. “We hebben nood aan een andere visie hoe de NMBS regio’s en steden verbindt.”
Limburg vierde eergisteren een historisch momentje: ein-de-lijk ging met in de stuurcabine minister Lydia Peeters (Open Vld) de eerste schop in de grond van het Spartacusproject. Met Spartacuslijnen naar Maasmechelen, Maastricht en Pelt krijgt onze provincie na 20 jaar reëel zicht op een kwalitatieve ontsluiting met hoogfrequent openbaar vervoer. Of het nu op rubber wielen of op een spoor dendert, als het maar vooruitgaat, denken wij. Maar we moeten ook verder durven denken dan onze provincie.
Limburg is historisch de slechtst ontsloten hoek van Vlaanderen, ook en vooral voor spoor. De Limburger heeft vandaag geen andere zinnige keuze dan de auto om naar een naburige provincie te reizen. Voorbij Genk gaapt een niemandsland, om nog maar te zwijgen over de afwezige verbindingen met Nederland. Als er een streek is waar de modal shift naar duurzaam vervoer snel resultaat kan boeken met een aantal simpele ingrepen, dan is in het wel onze provincie.
Na corona en de energiecrisis stellen we vast dat de afstand vanuit Limburg met Brussel en Antwerpen nog nooit zo groot leek. Autoritten van 2 uur naar naburige attractiepolen 100 km verderop zijn geen uitzondering maar dagelijks leed dat moedige pendelaars uit node moeten ondergaan. In hun gedachten zien zij de trein aan zich voorbij gaan.
Met het Spartacusproject halen we de achterstand op openbaar vervoer een stuk in binnen onze provincie, maar alles staat of valt met een performant treinaanbod dat ons verbindt met de rest van de wereld. Kunnen wij accepteren dat een treinrit tussen Hasselt en Luik een vol uur duurt? Dat een verbinding met Antwerpen en Brussel een vol uur in beslag neemt? Dat Eindhoven onbereikbaar is met openbaar vervoer terwijl het amper een klein uur van ons af ligt?
Willen we dat deze regio eindelijk haar potentie waarmaakt? Dat we een einde maken aan de stiefmoederlijke behandeling van onze streek? Dan moeten wij als Limburg beter en vooral sneller worden verbonden met onze grote buren. Open Vld Hasselt pleit daarom nationaal voor een andere visie op hoe de NMBS regio’s en steden verbindt. Want ook elders in Vlaanderen is het spoor de ontbrekende sluitsteen in een performant OV-net.
Wij willen dat men afstapt van het “lijndenken” en onze steden verbindt in netwerken. Dat kan volgens ons door centrumsteden rechtstreeks en non-stop met elkaar te verbinden aan hoge frequentie. Verbind Hasselt en dus Limburg minstens 1 keer per kwartier met onze naburige grootsteden. Leuven in 30 minuten, Brussel-Centraal in 45’, Antwerpen-Berchem in 40’, Luik in 30’, dat is toch geen verre droom?
Hasselt is een echt spoorknooppunt, dus door nauwe en frequente aansluiting te maken met Genk, Beringen, Sint-Truiden, Tongeren etc. kan heel Limburg snel aantakken op de Hasseltse knoop. Pas als het openbaar vervoer voor de hele provincie een adequaat alternatief biedt, zullen de Limburgers hun auto aan de kant kúnnen laten staan.
Naast de aanleg van nieuwe infrastructuur en missing links is het even zo belangrijk om onze bestaande infrastructuur beter te benutten en vooral goed te onderhouden en vernieuwen. België en Vlaanderen heeft een uitgebreid spoornetwerk, het vereist – zoals minister Lydia Peeters terecht opwerpt – meer investeringen in toestellen en modernisering. Alleen met een hogere performantie en een betere klantgerichtheid kan ons openbaar vervoer ontbolsteren van “als het niet anders kan” in “omdat het de slimste manier is”.