Op vlak van groenonderhoud verrichtte stad Hasselt in het verleden regelmatig pionierswerk. Zo was ze één van de eerste om het gebruik van pesticiden af te zweren en werkt haar nieuwe bermbeheerplan, opgemaakt in samenwerking met de PXL, heel wat interesse van andere steden en gemeenten. Die vooruitstrevendheid kent echter ook een keerzijde. Niet iedereen is het ermee eens dat biodiversiteit een topprioriteit moet zijn. Nochtans is dat het beste voor de natuur.
Stadsdiensten ervaren ook dit voorjaar weer, dat een duurzame aanpak niet altijd de meest populaire aanpak is. “In een periode met vlotte afwisseling van zon en regen steekt onkruid de kop op, groeit het gras in de bermen vlotjes en bloeien de bomen volop. Omtrent het onderhoud hiervan volgen we bewust een bepaalde visie. We passen voor het beheer van onze bomen en bermen een zo duurzaam mogelijk beheer toe. De meldingen over mogelijke overlast bereiken ons echter in die periode steeds meer”, geeft schepen Laurence Libert, bevoegd voor Groenonderhoud, aan. “Maar wat de burger soms ervaart als overlast, is niet altijd overlast.”
Aanpak op maat van elk type berm
“Zo bepaalt het bermendecreet dat een eerste maaibeurt niet voor 15 juni mag plaatsvinden en een tweede pas na 15 september. Met deze maatregel wil de Vlaamse Overheid veldbloemen (en kruiden) maximaal de kans geven om te bloeien en zaden te verspreiden om zo de biodiversiteit te bevorderen. Zo komen vele soorten enkel voort in bermen omdat ze elders bespoten worden en beschouwd worden als onkruid”, aldus schepen Libert. “In Hasselt gaan we zelfs nog een stapje verder en werkten we samen met Hogeschool PXL een heus bermenbeheerplan uit. Hierbij deelden we onze bermen op in verschillende categorieën: minder-waardevol, waardevol en zeer waardevol. Deze indeling gebeurde op basis van de ligging van de berm alsook de inventarisatie van aanwezige flora. Per type berm bepaalden we vervolgens een aanpak op maat: welke bloemensoorten willen we behouden, welke gevolgen heeft dat voor de maaidata en welke maaimethode passen we best toe. Het bermendecreet bepaalt vooral vanaf wanneer je mag maaien, dus we overtreden geen enkele regel met later te maaien. Enkel als je eerder dan 15 juni maait, is dat het geval. Onze sterk verstedelijkte bermen die louter een esthetische functie hebben, zoals deze rond de Groene Boulevard, krijgen frequent een maaibeurt. De meer bloemrijke bermen, in landelijk gebied, maaien we maar één tot maximum tweemaal maal per jaar en dit pas nadat de aanwezige bloemen voldoende zaden gevormd en verspreid hebben. Dit is meestal een maand later dan 15 juni. Via het maaien creëren we op dat moment meer vrije ruimte. Zo kan het zaad vlotter ontkiemen en krijgen we meer bloemrijke bermen. Hoge grassen, die veel voedingsstoffen gebruiken, krijgen daardoor minder groeikansen. Ook het maaisel verwijderen we meteen. Zo verhogen we de lichtinval en voorkomen we dat we de groei van minder gewenste plantensoorten, zoals distels, onbewust stimuleren. Een grotere rijkdom aan bloemen biedt heel wat insecten, zoals bijen en vlinders de broodnodige voedselbronnen. Die rijkdom aan insecten lokt op haar beurt andere dieren zoals amfibieën, vogels en zoogdieren. Kortom… als we er meer of eerder zouden maaien, verliezen we heel wat waardevolle biodiversiteit in onze bermen maar ook simpelweg meer kleuren en geuren.”
Streven naar biodiversiteit sluit veiligheid niet uit
“Ons bermbeheerplan houdt ook rekening met de omgeving. Zo maaien we sommige zones minder vaak, omdat er voornamelijk waardevolle bloemensoorten staan en de hogere beplanting er niemand hindert en past binnen het karakter van de buurt”, aldus burgemeester Steven Vandeput. “Het spreekt voor zich dat de algemene veiligheid wel steeds primeert. Waar bermbeplanting bijvoorbeeld het zicht op aankomend verkeer ontneemt of het gras overhangt op de rijweg of op het fietspad, voeren we uiteraard frequent veiligheidsmaaibeurten uit. Ook die locaties zijn opgelijst in ons bermbeheerplan. Bij zo’n veiligheidsbeurt maaien we veelal enkel de eerste 50 tot 100 centimeter van een berm. In het overige gedeelte van de berm krijgt de aanwezige beplanting volop de kans om zaden te verspreiden. Dit is dus geen gebrek aan inzet van onze onderhoudsploegen, maar een doelbewuste aanpak. Veiligheid en biodiversiteit sluiten elkaar dus helemaal niet uit.”
“Ook in onze parken en op onze pleintjes laten we het gras al eens langer staan. Dit gebeurt voornamelijk tijdens drogere periodes”, vult schepen Joost Venken, bevoegd voor Milieu en Klimaat aan. “Bij lange zonnige periodes verbrandt gras als het kort gemaaid is en krijgen we grote plekken in onze grasvelden. We beheersen ook het onkruid, we bestrijden het niet. Daarom kan er tussen twee interventies ook al eens wat meer onkruid staan. Als één van de pioniersteden weerde Hasselt zo’n achttien jaar geleden het gebruik van pesticiden. En terecht, chemische bestrijdingsmiddelen schaden natuur, dier en mens. Pesticidenvrij onderhoud vergt heel wat meer inspanning, waarbij de frequentie van het onderhoud een belangrijke factor is. In sommige periodes onderhouden we minder frequent omdat de groei dan trager is. Dan kan het dat onkruid op sommige plaatsen langer blijft staan. Maar we experimenteren voortdurend met alternatieve manieren van onderhoud. Zo schakelen vanaf dit jaar ook een kudde schapen in op minder toegankelijke plaatsen. Maar het is beter de oorzaak te bestrijden dan de gevolgen. Al zullen we ook met onkruid moeten leren leven. We merken echter dat niet iedereen het daarmee eens is. Tijdens de coronamaatregelen waren een aantal Hasselaren niet enkel actief in hun tuin. Ook de berm op het openbaar domein kreeg op verschillende locaties een goedbedoelde onderhoudsbeurt. Prima dat zij zich willen engageren voor groenonderhoud, maar om bovenstaande redenen houden we dit liever zelf in de hand. Maar als je echt graag een steentje wil bijdragen: adopteer een groenplekje. Daarbij, in de bermen groeien prachtige bloemen die geplukt mogen worden. Deze vormen ook mooie boeketten.”
Duurzaam bomen snoeien
“Maar we moeten onze bedoelingen duidelijker proberen te maken voor de Hasselaar”, stelt schepen Libert vast. “Elk jaar ontvangen we vragen over ons groenonderhoud. Waar vroeger zwerfvuil steevast voor het meeste rumoer zorgde, merken we nu een verschuiving. Niet enkel hoog gras, maar bijvoorbeeld ook afgevallen bladeren in de winter worden steeds vaker aanzien als vorm van overlast of vuil. Terwijl dit alles gewoon eigen is aan de natuur.”
“Hetzelfde geldt voor het snoeien van bomen. Elke straatboom krijgt om de drie jaar een snoeibeurt. Ook dit gebeurt op een duurzame manier, waarbij we zo beperkt mogelijk ingrijpen op de natuurlijke groei van een boom. Met onze snoeibeurten willen de vorming van dikke stabiele takken bevorderen en dus verwijderen we vooral dode of zieke takken. Zo creëren we mooie, gezonde, volle kruinen. Voor heel wat burgers staat snoeien echter gelijk aan het integraal terugsnoeien van alle takken tot op de stam. Zoiets doen we echter enkel als dit hoogstnoodzakelijk is en proberen we te vermijden. Zo’n snoeibeurt vormt immers een zeer zware ingreep voor een boom, is onnatuurlijk en houdt bijgevolg steeds de nodige risico’s in.”
Meer bewustwording nodig
“Alle wegbermen samen vormen een grote ecologische infrastructuur. Ze verbinden versnipperde natuurgebieden, waardoor dieren ze gebruiken om zich te verplaatsen en zich in nieuwe streken te vestigen. Een duurzaam beheer is dan ook van cruciaal belang voor het in stand houden van heel wat wilde planten en dieren. Het aantal plaatsen in onze stad waar de natuur vrijuit z’n gang kan gaan, is al erg beperkt. Eentonige grasbermen ogen misschien mooier, maar hebben een beperkte ecologische waarde. Bloemrijke bermen hebben een belangrijke opvangfunctie”, legt schepen Venken uit. “We moeten dan ook afstappen van de gedachte dat een berm eruit moet zien als een golfterrein of een stukje vers gemaaide gazon. Daarom willen we de komende jaren sterker inzetten op het creëren van een mentalistietsverandering, zodat burgers zich meer bewust zijn van de positieve effecten van onze aanpak. Sterker nog, we willen Hasselaren overtuigen om in eigen tuin het gras regelmatig langer laat staan. Ook dit kan immers een waardevolle bijdrage leveren aan de biodiversiteit in onze stad.”
“Dat neemt niet weg dat we ons groenonderhoud, en dus ook ons bermbeheerplan, regelmatig evalueren en indien nodig aanpassen. Vragen en meldingen van de Hasselaren blijven ook zeer welkom, want blijven bereid om bij te leren. Als iemand weet waar er zeldzame kruiden staan bijvoorbeeld, mogen men het ons altijd laten weten”, besluit schepen Libert.